Zorg

Op KPO Basisschool Lavoor proberen we ieder kind de juiste zorg en aandacht te bieden. Dit begint natuurlijk al in de klas. Leerkrachten houden tijdens het lesgeven rekening met de verschillende niveaus in de klas. Aan het grootste deel van de groep wordt een basisinstructie gegeven aan het begin van de les. Er zijn kinderen die minder of juist meer uitleg nodig hebben. Met beide groepen wordt in de lessen rekening gehouden.
Leerlingen die minder uitleg nodig hebben, kunnen eerder starten met het maken van de opdrachten. Wellicht hebben zij bij de basis lesstof ook minder oefening nodig; een deel van de taken kan dan vervangen worden door uitdagender opdrachten. De leerlingen krijgen uitleg die ze nodig hebben voor dit moeilijkere werk. 
Kinderen die bij bepaalde onderwerpen meer hulp nodig hebben, krijgen extra uitleg als de basisgroep zelfstandig met de opdrachten bezig is. Ook krijgen ze extra begeleiding bij het inoefenen.

Bij sommige vakken zoals technisch en begrijpend lezen en de zaakvakken werken we samen met andere stamgroepen (groepsdoorbroken). We kunnen dan nog beter kijken naar de leerdoelen van ieder kind en ieder kind in een groep indelen bij kinderen die hetzelfde leerdoel hebben. We werken in leescircuits, en verbinden de zaakvakken aan elkaar in thematisch onderwijs.

Voor het merendeel van de leerlingen is deze vorm van differentiatie voldoende. Maar er zijn kinderen die meer ondersteuning nodig hebben, op het gebied van lesstof of bij de sociaal emotionele ontwikkeling. In de blokjes hieronder kunt u lezen welke ondersteuning wij kunnen bieden.

Binnen de zorgstructuur is de rol van de intern begeleider (ib'er) belangrijk en geeft voor een groot deel vorm aan de zorg.

Op Lavoor Heulberg zijn 2 ib'ers aangesteld, één voor de onderbouw en één voor de bovenbouw.

Om het beeld op de zorg te verbreden worden hier de taken van een intern begeleider summier weergegeven.

Wat doet een intern begeleider?

De ib'er richt zich met name op de kwaliteit van het onderwijs. Hij/ zij begeleidt leerkrachten, coördineert de professionalisering van het team en stuurt samen met de directeur veranderingsprocessen aan. De ib'er realiseert passend onderwijs door middel van professionalisering in de school en het bevorderen van de ontwikkeling van iedere leerkracht. De ib'er geeft samen met de leerkrachten de zorg voor de leerlingen vorm. De ib'er bepaalt samen met de vakspecialisten binnen ons team de ambities en stuurt waar nodig gericht bij. 

De ib'er coacht leerkrachten die vragen hebben over zorgleerlingen of problemen in de groep. Er wordt oplossingsgericht gewerkt.

De ib'er diagnosticeert de uitslagen van de niet-methode toetsen met behulp van de leerlingvolgsystemen. Deze toetsen worden gebruikt om de ontwikkeling van kinderen te volgen en te registreren.

De ib'er bespreekt minimaal 3x per jaar alle leerlingen met de groepsleerkracht om samen te kijken hoe de klassensituatie is en voor wie er behoefte is aan extra zorg. Ook kan de ib'er aansluiten bij oudergesprekken/ grote overleggen wanneer de leerkracht en/ of de ouders dit van belang vinden. 

Daarnaast zorgt de ib'er voor passende protocollen voor bijvoorbeeld dyslexie, dyscalculie, hoogbegaafdheid of pestgedrag. Deze protocollen zijn een soort maatstaven/checklisten die ervoor zorgen dat alle kinderen op dezelfde (objectieve) manier bekeken en beoordeeld worden.

De ib'er houdt zich bezig met het zorgplan.

De ib'er heeft regelmatig contact met ib'ers van andere scholen om ervaringen, ideeën en kennis uit te wisselen.

De ib'er houdt de orthotheek actueel. De orthotheek is een verzameling speciale hulpmiddelen die een aanvulling vormen op de oefenstof die de verschillende boekjes in de klas al bieden.

De leermogelijkheden en talenten van alle leerlingen zijn verschillend. Zo komt het voor dat een leerling de leerstof niet goed opneemt en/of het tempo te hoog ligt. Ook kan het voorkomen dat de leerstof te gemakkelijk is en/of het tempo te laag ligt. Door op verschillende niveaus les te geven, kunnen onze leerkrachten inspelen op deze verschillen. 

Vijf zorgniveaus

De resultaten van uw kind worden uiteraard met u als ouder besproken. Zo heeft u altijd goed zicht op het prestatieniveau van uw zoon of dochter. Als een kind afwijkt van de ontwikkeling van de groep wordt een vast stappenpatroon gevolgd voor het bepalen en bieden van extra hulp:

 

Niveau 1

De leerkracht signaleert dat het kind behoefte heeft aan voor- of verlengde instructie en kleine aanpassingen in het standaard aanbod. De leerkracht biedt deze extra zorg zelf in de groep.

 

Niveau 2

De leerkracht vraagt hulp/advies aan collega's. De leerkracht legt dit vast in het leerling-dossier en bespreekt dit met u als ouder.

 

Niveau 3

Er is meer extra ondersteuning nodig dan de leerkracht kan bieden. De leerkracht gaat in overleg met de intern begeleider (eventueel inbreng bij het overleg van het schoolversterkingsteam, observaties uitvoeren). 

 

Niveau 4

a. Het inschakelen van externe expertise en/of het schoolversterkingsteam (zorgteam) van de school.

b. Inzet externe deskundigen (inbreng consultatie, aanmelden schoolmaatschappelijk werk). Als de problemen verder gaan dan alleen het onderwijs, dan wordt het kind aangemeld bij het Zorg Advies Team.

 

Niveau 5

Soms zijn we niet in staat om een leerling verder te helpen. In dit geval wordt de leerling, in overleg met de ouders, aangemeld en mogelijk geplaatst op een speciale school voor basisonderwijs.

 

Op Lavoor willen we dat iedere leerling de beste en meest gelukkige versie van zichzelf kan worden. Wanneer er vragen zijn vanuit de leerkracht over de begeleiding van een leerling om dit doel te bereiken, kan de leerkracht deze inbrengen bij het versterkingsteam van onze school. Het versterkingsteam bestaat uit: de intern begeleider, de orthopedagoog, de gedragsspecialist en de directeur van de school. Zij denken mee met het team maar gaan bijvoorbeeld ook regelmatig de klassen in om te observeren wat er preventief en schoolbreed nodig is om het onderwijs zo goed mogelijk vorm te geven

Op Lavoor houden we zicht op de ontwikkeling van leerlingen. We doen dit natuurlijk door uw kind goed te observeren en met u en het kind in gesprek te blijven. Vanaf leerjaar 3 worden er ook regelmatig methode toetsen afgenomen en twee keer per jaar de landelijke toetsen van Cito Leerling in Beeld (leerlingvolgsysteem). Een cito toets is altijd een moment opname maar meerdere toetsmomenten op een rij kunnen natuurlijk wel een indruk geven van het niveau van een kind op een bepaald vakgebied.

De leerkracht analyseert de toetsen van uw kind altijd zorgvuldig en stelt op basis van die gegevens tweejaarlijks een nieuwe plan op m.b.t. de leer- en ontwikkeldoelen van uw kind. Ditzelfde doet de leerkracht ook voor de groep als geheel.

Met name bij leerlingen met een ontwikkelingsvoorsprong zien we dat zij minder ervaring hebben in het maken van fouten, het hulp vragen en omgaan met uitdagende opdrachten. Op Lavoor vinden we het belangrijk dat leerlingen dan ook ‘leren om te leren’. We leggen in iedere groep uit hoe het proces van leren verloopt (‘de leerkuil’) en deze hangt vaak ook zichtbaar in de groepen waardoor de leerkracht daar makkelijk maar kan verwijzen. Er wordt in de hogere groepen aandacht besteed aan ‘de stappen van Meichenbaum’: daarmee leren we ieder kind hoe je een opdracht/ taak aan kunt pakken. Daarbij is het belangrijk dat de opdracht/ taak altijd uitdagend is, dus niet te moeilijk en niet te makkelijk.

We willen uw kind leren dat hij/ zij fouten mag maken: dat dat noodzakelijk is om echt iets te leren en informatie geeft over wat uw kind nog mag gaan leren.

Dat is waar het om draait op school.

 

Op Lavoor vinden we dat uw kind zoveel mogelijk binnen de eigen (stam)groep het onderwijs en de begeleiding moet krijgen die uw kind nodig heeft. Daarom hebben wij voldoende materiaal om kinderen een passend aanbod te bieden. Dit materiaal maakt het mogelijk om het onderwijs te verbreden en verdiepen. Bij verbreden draait het om een aanbod dat naast het regulieren lesaanbod staat, bijvoorbeeld programmeren. Bij verdiepen krijgen de kinderen uitdagendere opdrachten bij bestaande vakken, zoals rekenen en taal.

Hoogbegaafde leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte, waarbij het niet / onvoldoende lukt om passend onderwijs te bieden in het reguliere onderwijs, komen in aanmerking voor plaatsing in de groepen van ons expertisecentrum Hoogbegaafdheid (Lavoor HBG). Hiervoor wordt dan een aanvraag gedaan bij het Samenwerkingsverband Roosendaal. Een multidisciplinaire commissie van het samenwerkingsverband beoordeelt de aanvraag en daarmee dus of een leerling geplaatst kan worden in deze groep(en).

Binnen ons expertisecentrum Hoogbegaafdheidmaken we gebruik van vakdocenten die de volgende talen aanbieden:

- gebarentaal
- Spaanse
- Engels

De docenten zijn allemaal 'native speakers', dus mensen die de taal waarin ze lesgeven als eerste taal hebben.

In de reguliere groepen van Lavoor geven we minimaal eens in de twee weken engelse les in alle leerjaren. Leerlingen zijn al jong taalggevoelig en om de reden willen we niet met dit aanbod pas in de bovenbouw starten zoals gebruikelijk op veel scholen. We hebben een aparte methode voor de groepen 1 t/m 4 waarin vooral spelenderwijs (d.m.v. liedjes en spel) engels aangeboden wordt, in de bovenbouw sluit de methode meer aan op de gangbare methodes voor vakken als rekenen en spelling.

Voor leerlingen waarbij het (leren) lezen wat lastiger gaat, werken wij met het programma BOUW. BOUW is een online programma dat effectieve ondersteuning biedt bij beginnende geletterdheid en leren lezen. Het programma helpt leerlingen die risico lopen op problemen met lezen inzicht te krijgen in alfabetische principes als teken-klankkoppeling en fonemisch bewustzijn én het lezen van steeds langere woorden.

Voor leerlingen waarbij dyslexie is vastgesteld bieden wij in ons schoolgebouw dyslexiebegeleiding vanuit het RID (Regionaal Instituut Dyslexiezorg).

In ons pand bieden we peuteropvang vanuit Kober Kinderopvang. Binnen deze peutergroep hebben zowel extra aandacht voor kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong als voor kinderen met een ontwikkelingsachterstand op bepaalde gebieden. Tevens bieden we voor- en vroegschoolse educatie aan peuters die daarvoor een indicatie hebben gekregen. Peuterleidsters en Kleuterleidsters werken samen om zo te zorgen dat de overgang naar de basisschool voor ieder kind zo goed mogelijk verloopt.